vrijdag 1 januari 2016

Vooraf

Deze blog is het reisverslag van ons verblijf gedurende de maand december 2015 in en rond Kaapstad (Zuid-Afrika). Ons doel was om het land en zijn bewoners beter te leren kennen. Regelmatig hield ik dagboeknotities bij die hieronder in chronologische volgorde worden weergegeven, met enkele foto’s. Voor de geïnteresseerden, veel leesgenot!
Jef Maes

PS. Als je onderaan een webpagina komt en je wilt verder lezen, klik dan op "oudere berichten". Misschien niet logisch, maar zo werkt het nu eenmaal



Maandag 30/11: Aankomst in Kaapstad

We trekken voor een maand naar Zuid-Afrika. Vrienden hebben ons uitgenodigd om met hen het land te verkennen. Zij hebben een appartement in Gordon’s Bay en komen hier al een tiental jaar. Zij kennen het land door en door. Een ideale gelegenheid voor ons om het land en zijn bewoners te leren kennen. Lydia reist met ons mee. Danny, onze gastheer, is al een maand hier en pikt ons op aan de luchthaven van Kaapstad, na 13 uur vliegen. We rijden naar Gordon's Bay, ongeveer 40 kilometer buiten Kaapstad. Het ligt aan de 'valse baai' waardoor we de Tafelberg aan de achterkant te zien krijgen. De Tafelberg overheerst het landschap rond Kaapstad. 

Vanuit het vliegtuig krijg je daar een mooi beeld van. We worden al meteen met de twee kanten van het land geconfronteerd. Aan de ene kant de moderne luchthaven, die helemaal is vernieuwd in 2010 naar aanleiding van het WK voetbal. Wat verder moderne woonwijken met mooie huizen. Aan de andere kant passeren we twee townships. Men weet niet exact hoeveel mensen er wonen. Men schat het aantal op ongeveer 1,2 miljoen. Voor een belangrijk deel barakken opgetrokken uit golfplaten. Men bouwt hier voor de mensen nieuwe huizen in steen aan een tempo van 120.000 huizen per jaar. Alle inwoners van de townships krijgen een nieuw huisje gratis. Men heeft nog heel wat werk voor de boeg om voor iedereen een deftige woning met water, elektriciteit en sanitair te voorzien. Want ondertussen komen er ook jaarlijks mensen bij die vanuit het platteland naar de stad komen. Hoe krijg je zo'n etterbuil weggewerkt? Geen sinecure.


We komen aan in het appartement van onze gastheer en gastvrouw. Het ziet er mooi uit. We krijgen een mooie slaapkamer aangewezen. Vlak voor het terras ligt een klein zwembad. Het grote temperatuurverschil, van 10 naar 30 graden doet er ons meteen zin in krijgen. We starten met een frisse duik. Ons avontuur in Zuid-Afrika kan beginnen.

Woensdag 2 december: Robbeneiland

Na een dagje verkennen van de omgeving, met onder andere een strandwandeling, starten we met onze verkenningstocht. Die willen we beginnen met een bezoek aan Robbeneiland, de plek waar Nelson Mandela jarenlang gevangen zat. De plek staat symbool voor wat apartheid in dit land heeft aangericht. We rijden naar de Waterfront in Kaapstad. Daar nemen we de boot naar Robbeneiland. De tickets hebben we online gekocht, zodat we niet moeten aanschuiven. Zowat 200 mensen schuiven aan voor een boottrip van ongeveer een half uur. Na een twintigtal minuten ontstaat er commotie. Iemand heeft walvissen gespot. Iedereen grijpt naar zijn fototoestel. De grote vinvis gooit zijn staart in de lucht. Een andere komt met zijn rug boven water en spuit water in de lucht. Een onverwacht spektakel. Als we aankomen zit de kaaimuur vol met aalscholvers. We stappen uit en worden aangemaand om in de bus te stappen. De gids stapt als laatste in. 

Het blijkt iemand te zijn die zijn sporen heeft verdiend in de strijd tegen apartheid. Hij was geen gevangene op Robbeneiland, maar was moeten vluchten omwille van zijn engagement als theatermaker. Hij is verantwoordelijk geweest voor de fondsenwerving van het PAC (Pan African Congres). Hij pakt zijn gidsrol zeer goed op en informeert naar ieders nationaliteit op de bus. Van elk land weet hij aan te geven welke rol het heeft gespeeld in de geschiedenis van Zuid-Afrika of in de strijd voor vrijheid. De laatste jaren bestaat zijn belangrijkste rol bestond erin om prominente buitenlanders rond te leiden op het eiland. JL Dehaene, Helmut Kohl, Barak Obama… Hij heeft ze allemaal het eiland getoond. Met zo’n gids zit je dus gebeiteld. Hij heeft ook Mandela persoonlijk gekend. Maar ook andere leiders van het verzet behoorden tot zijn kennissenkring, waaronder Robert Sobukwe. Sobukwe was de leider van het PAC die in de jaren '60 de eerste opstanden tegen apartheid organiseerde. Tijdens de apartheid mochten zwarten niet reizen in hun eigen land zonder een visum. Als je toch je stad verliet, riskeerde je 3 tot 6 maanden gevangenis. De discriminatie voor zwarten was enorm. Zwarten mochten alleen in de townships leven, ze mochten niet met blanken trouwen, kregen geen onderwijs enz... Onze gids somt uitgebreid de vele landen op die door een boycot hebben bijgedragen tot de isolatie van het apartheidsregime met de finale val tot gevolg.


Na een rondrit over het eiland, komen we aan de gevangenis waar Nelson Mandela 17 jaar gevangen heeft gezeten. Daar worden we opgewacht door een ex-gevangene. De man was 19 toen hij veroordeeld werd tot een straf van 25 jaar. Maar na 6 jaar is hij in 1991 vrij gekomen, dankzij het akkoord dat Mandela had gesloten waarbij alle gevangenen onvoorwaardelijk moesten vrijgelaten worden. Hij vertelt over de mensonterende omstandigheden waarin alle gevangenen moesten leven. Vooral de leiders kregen het hard te verduren. Zij werden in individuele cellen opgesloten. We wandelen door de cellen en passeren de cel waar Mandela jarenlang opgesloten heeft gezeten.


We hebben nog even de tijd om nog een souvenir te kopen. een t-shirt met daarop het nummer 4664/64, het gevangenennummer van Mandela. Maar de boot wacht ons al op om terug te keren naar het vasteland. De drie uur op het eiland zijn voorbij gevlogen. Onderweg zien we nog zeehondjes en zelfs een dolfijn.


Terug aan de Waterfront gaan we deze mooie plek verder verkennen. De oude dokken zijn de laatste jaren omgetoverd tot een hippe plek met cafés, winkels en restaurants. Maar tussen dit alles zit nog een scheepsherstellingsbedrijf geprangd. Ik probeer hun activiteiten te filmen, maar ik weet niet wat het resultaat zal zijn. We wandelen verder en komen aan het Museum van de Springboks, het rugby team van Zuid-Afrika. We gaan naar binnen. Ik koop een mooie poloshirt van hun team en een rugbybal voor de kleinzoon. We zien ook een flyer over het zeven landen tornooi dat op 12 en 13 december wordt gespeeld. Hopelijk kunnen we daar een ticket voor bemachtigen.

Donderdag 3 december: de Tafelberg

Het weer is prima. 30 graden en geen wolkje aan de lucht. Dat was gisteren lichtjes anders. Toen bleef de Tafelberg gans de dag in de wolken hangen. Het ideale moment om de Tafelberg een bezoekje te brengen. We checken de website en inderdaad, de kabelbaan is open. We boeken de tickets online, zodat we niet te lang moeten staan aanschuiven. 240 Rand per persoon. Het is niet echt goedkoop, alvast niet volgens Zuid-Afrikaanse normen (16€). Maar het loont de moeite, weten onze gastheer en dame te vertellen. Het is iets drukker dan gisteren, richting Kaapstad. Vijf jaar geleden waren hier amper files. Vandaag sta je om de haverklap aan te schuiven, weet Danny ons te vertellen. Steeds meer zwarten kunnen zich een auto veroorloven. Een teken van economische vooruitgang, maar ook een kenmerk van moderne problemen.
Zuid-Afrika telt 53 miljoen inwoners. 9% daarvan is blank. Ongeveer 75% is zwart. De rest is hetzij gemengd, hetzij Aziatisch van origine. Er leeft een behoorlijk grote Indonesische en Indische gemeenschap hier. De leeftijdsverwachting is amper 58 jaar. Daaraan merk je dat dit land nog altijd kampt met grote armoede. We zien het ook duidelijk als we langs Khayelitsha, de grootste township van Kaapstad rijden. De blikken barakken en de stikkende beken waar we kinderen zien inspringen om "te zwemmen" zijn niet echt de meest hygiënische plekken om in te wonen. Aids is ook nog altijd een heel groot probleem dat men maar niet onder controle krijgt. Gedurende (te) lange tijd is het door de overheid genegeerd.


Danny zet ons af aan de ingang. Alles gaat vlot. Binnen de vijf minuten zitten we in de kabelbaan. Met Zwitserse precisie (het zijn Zwitsers die de kabelbaan hebben gebouwd) brengt de lift ons enkele honderden meter hoger. De cabine draait 360 graden rond zijn as. Een leuke uitvinding. Zo ziet iedereen alle kanten van de tocht, ongeacht waar je in de cabine staat of zit. Boven heb je een prachtig vergezicht op Kaapstad, op de kust, op Robbeneiland en heel de omgeving. Je ziet de twaalf apostelen, twaalf heuvels. Je kijkt zelfs uit op Kaap de Goede Hoop. Het is leuk wandelen daarboven. Een fris windje zorgt voor de nodige verkoeling. Na een uurtje wandelen daarboven, keren we terug naar de kabelbaan.



Beneden wachten Danny en Lydia ons op. Ze brengen ons naar Signal Hill, een heuvel enkele kilometer verder, waar we gaan picknicken. Het is hier rustig onder de bomen. Een beetje verder is een plek waar men duosprongen kan doen met een parapente. De ene na de andere parachutist loopt de berg af. Een beetje verder hebben we een prachtig uitzicht op het voetbalstadion. Het is speciaal gebouwd voor het WK in 2010. Het ziet er een mooi stadion uit, maar het wordt nu veel te weinig gebruikt. Op 12 en 13 december gaan de Springbocks, het nationale rugbyteam, daar een tornooi spelen. 


Vrijdag 4 december: Pinguïns en Walvissen

Vandaag rijden we langs de prachtige kustweg weg van Kaapstad. Met aan de ene kant de oceaan en aan de andere kant de bergen. Het doet een beetje denken aan de wegen langs de Franse Côte d'Azur. Onze eerste stop is Betty's Bay. Daar leeft een kolonie Afrikaanse pinguïns. Het is alsof ze ons staan op de wachten. Met honderden staat ze aan de ingang van het broedgebied. Want dat is wat pinguïns het grootste deel van de dag doen, staan. De Afrikaanse pinguïn is kleiner en donziger dan zijn soortgenoot aan de Zuidpool.

Er zijn nog 68.000 paar Afrikaanse pinguïns in leven dezer dagen. Niet direct met uitsterven bedreigd zou je zeggen. Maar 100 jaar geleden waren ze nog met een miljoen. Door de industriële visvangst wordt het voor die diertjes moeilijker om voldoende voedsel te vinden, waardoor de populatie afneemt. Ze blijken ook erg trouwe partners te zijn, volgens wat we op de panelen lezen. Ze blijven jarenlang bij mekaar. Het broedseizoen is achter de rug, de nesten staan leeg. De jongeren staan al op eigen beentjes. Vlakbij zit ook een grote school aalscholvers. Daar hebben ze in Zuid-Afrika duidelijk geen gebrek aan. Zij vliegen nog af en aan met zeewier om hun nesten te versterken. De kleintjes zitten nog in de nesten.

We rijden verder naar Hermanus, dè plek om walvissen te spotten. Maar het walvis seizoen is eigenlijk al voorbij. In de maanden september en oktober komen ze naar hier om te bevallen en zie je ze met tientallen. Vandaag hebben we pech. Geen enkele walvis geeft present. We trekken verder naar Gansbaai om te zien of ze daar zitten, maar ook daar vangen we bot. Ze zijn nochtans nog altijd in de buurt, want op onze tocht naar Robbeneiland zijn we er enkele tegengekomen. Maar de plekken waar we stoppen zijn zo mooi van natuur, zelfs zonder walvissen.

Zaterdag 5 december: Root 44

De dag begint enigszins onverwacht. De elektriciteit valt uit. Zou het een stroompanne zijn? Blijkbaar gebeurt het hier vrij frequent dat er geen stroom meer is. Zuid-Afrika kampt met een stroomgebrek. Tijdens een ontmoeting tussen president Zuma en de Chinese president deze week, is een akkoord bezegeld om de Chinezen een kerncentrale te laten bouwen in Zuid-Afrika om het stroomtekort op te vangen. Nogal merkwaardig vind ik. In een land waar zoveel zon en wind beschikbaar is, zou men toch beter in deze vernieuwbare energie investeren in plaats van in kernenergie. Maar soit. Het is geen stroompanne. De motor van de wasmachine zorgt blijkbaar voor een kortsluiting. We halen de machine open, maar zien niets abnormaal. Onze gastheren beslissen om een nieuw toestel te kopen. Het huidige is 10 jaar oud en dus rijp voor vervanging. We passen onze planning aan en trekken naar de winkel. De koop wordt gesloten en na wat aandringen, kan het toestel geleverd worden vooraleer we maandag voor een week naar de natuur- en dierenparken vertrekken. Het geplande bezoek aan Stellenbosch zal voor een andere keer zijn. We passeren wel nog even langs Root 44. Het is een soort open
lucht markt met allerlei standjes van artisanale producten, lekker eten en drinken, muziek en speelgelegenheid voor de kinderen. Het ademt de sfeer uit van Amerikaanse country bijeenkomsten. Het zijn vooral blanken die er gek van zijn. De zwarte bevolking zit met dit weer massaal aan het strand. Het is 31 graden en volop zon. Om 6 uur trek ik mijn sportschoenen aan voor mijn tweede loop in Zuid-Afrika. Met nieuwe sportschoenen, want ik ben domweg met eigen sportschoenen vergeten. In de shopping centers hier ontdekte ik een nieuw type sportschoenen, eentje met een scherp zoolprofiel. Speciaal om in modder en sneeuw mee te lopen, vertelt de verkoper. Dit heb ik bij ons nog niet gezien. Het zou nochtans erg geschikt zijn voor scheidsrechters. Ik maak van de nood een deugd en koop sportschoenen die ik ook bij ons kan gebruiken op het voetbalveld. Het is nog warm en er staat quasi geen wind. Ik loop langs het strand, richting Gordon's bay. Het wordt laveren tussen de vele strandbezoekers die stilaan beginnen op te kramen. Heelder Afrikaanse families, met pak en zak, met frigoboxen en radio's. Op het strand is er van segregaties geen sprake meer. Gelukkig. Want op het vlak van wonen, leven blanken en zwarten toch nog voor een groot deel gescheiden. Er zullen nog wel een paar generaties overgaan vooraleer dit verandert.

Maandag 7 december: McGregor

Vandaag trekken we er voor een week op uit. We pakken de valies om de week door te komen. De eerste stop is Mc Gregor, het dorp waar de Waldorf school is gevestigd die Danny en Lydia ondersteunen. We volgen de N1 richting Worchester maar nemen niet de tunnel die quasi iedereen neemt. We gaan over de bergpas om van het schitterende landschap te genieten. Onderweg komen we een grote groep bavianen tegen. Ze laten zich gewillig fotograferen.
Na een korte picknick, komen we aan in McGregor. We maken kennis met Kathleen, een West-Vlaamse vrouw die al ruim 20 jaar in Zuid-Afrika werkt in diverse projecten. Ze werkte een tijdlang in de Waldorf school, maar nu werkt ze in het Breede Centrum. Het is een centrum dat ze aan het uitbouwen is met enkele Zuid-Afrikanen om jongeren die schoolmoe zijn of dreigen de verkeerde weg op te gaan, op te vangen in concrete opleidingsprojecten. Ze kunnen leren metselen, houtbewerken, koken, zeefdrukken enz.. Opleidingen die een jaar duren en waarna ze aan de slag kunnen gaan, hetzij met een eigen bedrijfje, hetzij als werknemer. Het project krijgt steun van de provincie West-Vlaanderen. Een beetje verderop is een grote bouwwerf. Ik ga een kijkje nemen en film het gebeuren. De opzichter komt naar me toe en zegt op een vriendelijke toon dat ik de werf niet mag betreden wegens gevaar op ongelukken. Het is bij ons niet anders natuurlijk. We geraken aan de babbel omdat ik graag wat meer te weten kom over de bouwplannen. Ze bouwen daar 540 woningen voor mensen uit de naburige township, zodat de mensen in deftige woningen met water, elektriciteit en sanitair kunnen wonen en de bidonville kan afgebroken worden. Als je minder dan 3500 rand (230€) per maand verdient, dan krijg je het huis gratis. Vroeger was dat voor iedereen, maar nu zijn er beperkingen op gesteld. Je moet 40 jaar oud zijn en je mag het de eerste 8 jaar niet verkopen. De man vreest echter dat het niet genoeg zal zijn om alle krotten te kunnen afbreken. Maar het is wel een flinke inspanning van de overheid. 

We wandelen doorheen het dorp en zien hoe het ‘benedendorp’ zoals men het hier noemt inderdaad erg armtierig is. Het bovendorp is wel mooi, met veel bomen en groen en erg Brits uitziende huizen. Daar wonen hoofdzakelijk de blanken. Het dorp is gesticht door Schotten weten Frans en Barbara, de mensen waarbij we logeren, te vertellen. In de 18de eeuw was er een grote behoefte aan dominees volgens de Britten en de meest Calvinistische die zaten in Schotland. Die liet men dan maar overkomen naar Afrika. Barbara en Frans zijn goed bemiddelde en ook goed belezen mensen. Maar met een goed hart, want ze staan erg positief tegenover de ontwikkelingen in hun land. Als je ons land wil leren kennen, dan moet je de boeken van Deon Meier lezen, drukken ze ons op het hart. Zeven van zijn negen thrillers zijn vertaald naar het Nederlands. Dat wordt iets voor volgend jaar.
Het is vandaag onze 36ste huwelijksverjaardag en we hebben gereserveerd in het beste restaurant van het dorp. Het enige ook dat op maandag open is. Kathleen en haar geadopteerde dochter Mary schuiven mee aan. Het eten en de wijn is erg lekker. Tijdens het etentje praten we over het nieuwe vaderland van Kathleen. Ze is hier toegekomen in 1994, het jaar van de eerste verkiezingen, toen Mandela president werd. Iedereen was vol hoop en verwachting. Ze werkte toen als vrijwilligster in de townships in Kaapstad. Ondertussen is er veel veranderd. De situatie is voor heel veel mensen flink verbeterd, vertelt ze ons. Maar de kloof tussen arm en rijk, tussen blank en zwart is nog altijd zeer groot. Gaat het dan niet snel genoeg, vraag ik haar. Wellicht niet, en dat is ook het aanvoelen van veel jongeren die ongeduldig worden, wat ze perfect begrijpt. Maar kan het dan sneller gaan? Ze weet het niet. Het is niet gemakkelijk om mensen te veranderen. De regering doet heel veel inspanningen om zwarten naar de universiteit te laten gaan, maar niet iedereen heeft er de capaciteiten voor. Er is een nieuwe generatie jongeren die politiek bewust wordt. Er zijn heel wat protesten aan de universiteit tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld. Ze vinden dat onderwijs gratis zou moeten zijn. Wellicht terecht, want het zou voor zwarten nog moeilijker worden als het duurder wordt. Er is ook een grote braindrain. Dokters, leerkrachten, heel wat mensen die gestudeerd hebben proberen te emigreren naar Engeland of Australië. Ze kunnen daar heel wat meer geld verdienen. 


Er ontbreekt een soort morele autoriteit in het land, vindt Kathleen. Toen Mandela nog leefde was hij zowat het morele kompas. Nu merk je hier en daar dat mensen het heft in eigen handen nemen en dat is geen positieve ontwikkeling. We praten verder over haar werk in Zuid-Afrika en over haar dochter die ze heeft geadopteerd en de moeilijke administratieve lijdensweg die dat heeft opgeleverd. Maar uiteindelijk is alles in orde gekomen en heeft Mary de dubbele nationaliteit.

Het eten is erg lekker. Zo'n kwalitatief goede keuken in zo'n piepklein dorp in Zuid-Afrika. We zijn met ons gat in de boter gevallen. We nemen afscheid voor even, want 's anderendaags zien we haar terug.