Na enkele dagen rust (joggen, zwemmen, schrijven, wandelen )
trekken we er weer een paar dagen op uit, richting Cederbergen. Dit gebied ligt
ongeveer 250 kilometer ten noorden van Kaapstad en is gekend omwille van zijn
speciale en ruwe rotsformaties. We geraken vlotjes tot in ClanWilliam, het
laatste stadje voor we de bergen intrekken. We slaan mondvoorraad in voor de
komende twee dagen, want in de streek waar we verblijven zijn geen winkels. Ook
alle gsm en dataverkeer is daar onmogelijk wordt ons verteld. Echt volledig
losgekoppeld van de buitenwereld. We hebben een chalet gereserveerd voor drie
nachten bij Traveller’s Rest. We rijden door de Pakhuispas, een pas op 905
meter hoogte. Niet verschrikkelijk hoog, maar we passeren wel prachtige
rotsformaties en krijgen mooie vergezichten te zien. We vinden onze slaapplaats
zonder problemen. Vlak naast de weg ligt de farmstal van Traveller’s Rest. We
drinken een glas en worden door de eigenares naar onze cottage verwezen, drie
kilometer verderop in de brousse, in the middle of nowhere. Ze waarschuwt ons
nog voor de bavianen. Ze doen niets zolang je er bent, maar als je weggaat moet
je wel alle vensters sluiten, want als ze binnen geraken, dan kunnen ze lelijk
huishouden. De cottage is heel eenvoudig, maar gezellig. Maar vooral erg warm.
Met een ventilator proberen we de slaapkamers wat te verkoelen, maar dat lukt
niet echt. Het wordt een zwoele, slaaparme nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten