Op onze reis kan een bezoek aan een township niet ontbreken,
vinden we. We maken gebruik van het aanbod van Citysightseeing. Zij organiseren
bezoeken aan de township Imizamo Yethu, in samenwerking met een plaatselijke
organisatie. We komen aan met de bus. Ken, onze gids, staat ons op te wachten.
We zijn de enige bezoekers. Onze gids vertelt dat er 30.000 mensen wonen in
deze townships. Townships zijn ontstaan onder de periode van de apartheid.
Zwarten mochten alleen in de thuislanden wonen. Maar omdat dit ver van hun werk
was, richten ze illegale woonplekken op, vaak schamele woningen, in mekaar
geslagen met golfplaten. De overheid, onder druk van de patroons die goedkope
werkkrachten nodig hadden, lieten dit toe. De township die wij bezoeken, is
maar een kleine gemeenschap. Khayelitsha, de township vlakbij Kaapstad is de
3de grootste van het land, met 1,2 miljoen bewoners. De overheid heeft een
steunprogramma om nieuwe, stenen woningen te bouwen. In dit dorp is er een
Ierse filantroop die een bouwprogramma heeft opgezet. Er zijn al 1.400 stenen
woningen gebouwd. Het plan is om er voor te zorgen dat binnen 5 jaar iedereen
over een stenen woning zou kunnen beschikken. Onze gids toont ons een klassieke
woning, een barak, waar 6 mensen in wonen en slapen.
Er zijn twee 'slaapkamers'
en een woonruimte. Het totaal is niet groter dan een transportcontainer.
Centraal staat de televisie, vaak de enige manier om een beetje de miserie te
vergeten. Water kunnen de mensen gaan halen aan een kraantje een beetje
verderop. Per 20 gezinnen is er een kraantje met stromend water. In de buurt
staat er ook een publiek toilet. Jonge meisjes doen de was met de hand. Tussen
de barakken en de schotelantennes, hangt de was te drogen. Het geheel doet ons
denken aan wat we in Gambia en Senegal hebben gezien. Het verschil is wel dat
de mensen hier als haringen in een ton moeten leven. 35% van de mensen die hier
wonen hebben geen werk, dus ook geen inkomen. 60% werkt ergens, hetzij als
huispersoneel, als visser of in de horeca. Het gemiddelde uurloon bedraagt 13
rand, iets minder dan 1 euro. Een brood kost 8 rand. Om een familie van brood
te voorzien moeten ze dus bijna 2 uur werken. 5% is zelfstandig. Ze hebben een
eigen zaak, maar in deze buurt stelt dit niet veel voor: een kapsalon, een
klein winkeltje. We stappen het café van de wijk binnen. Jonge mannen zijn aan
het biljarten. Een tiental mannen zitten bier te drinken. Vrouwen mogen hier
ook binnen, beklemtoont onze gids. Maar het café lijkt ons een echt
mannenbastion.
Is alcohol geen probleem in de wijk, vragen we aan onze gids?
Het is een uitdaging antwoordt hij ons. Hij zal het nog een paar keer zeggen
als we hem een vraag stellen. Problemen zien ze hier niet, maar uitdagingen des
te meer. De Ierse weldoener heeft hier ook een schooltje gebouwd. Het lijkt ons
ook belangrijk dat kinderen hier onderwijs kunnen volgen. Wellicht is het de
enige manier om uit deze poel van miserie weg te geraken. In het
gemeenschapscentrum helpen ze de kinderen om hun huiswerk te maken. Ze delen er
ook gratis condooms uit. Want hiv is een grote uitdaging zegt onze gids. Het is
ook om minder kinderen te hebben, en meer plezier, lacht hij. We passeren ook
een bureau van het ANC. De meerderheid van de mensen stemmen hier ANC, vertelt
Ken ons. Zij zorgen dat we vooruitgaan. Maar zou het niet sneller kunnen, vraag
ik hem. Ja, mochten we de mensen tot meer engagement kunnen brengen, dan zouden
we sneller vooruit kunnen gaan, is zijn antwoord. Mensen berusten blijkbaar te
veel in de bestaande situatie en zoeken dan hun heil in alcohol. Maar vergeet
niet dat Mandela heeft gezegd: hoop is het laatste dat mag sterven! Ik bewonder
zijn enthousiasme. Het verschil met andere landen in Afrika is wel dat je hier
rijkdom en armoede kan zien op enkele honderden meter van mekaar. De jongeren
hier hoeven maar even de bus te nemen en ze zien de wijken van de rijken,
omringd met muren en prikkeldraad. Ik zou niet weten hoe ik zou reageren mocht
ik hier altijd mee geconfronteerd worden. Het zou me in elk geval revolteren.
Dat jongeren protesteren of in criminaliteit belanden, verbaast me niks. We
nemen de bus, terug richting Kaapstad. We passeren de Kaapse Riviera, met de
poepchique hotels en appartementen waar iedereen zijn persoonlijk zwembad
heeft. Het zijn twee aparte werelden op een boogscheut van mekaar. Een
confronterende ervaring.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten